De voornaamste wijzigingen situeren zich op het vlak van de echtscheidingsgronden en op het vlak van de alimentatie tussen ex-echtgenoten.

Het kan nuttig zijn om ook eerst even stil te staan bij een aantal “beschermende maatregelen” die los van enige procedure tot echtscheiding kunnen genomen worden, voornamelijk om de financiële belangen van elk van de echtgenoten te vrijwaren.

Vooraleer er beslist wordt over te gaan tot een echtscheiding, is de onderlinge verstandhouding vaak al geruime tijd verstoord.  Wanneer vermoed wordt dat één der echtgenoten niet langer betrouwbaar handelt en dit ten nadele van de andere partij, is het aangewezen om via een aantal maatregelen het vermogen van elk van de echtgenoten te beveiligen tegen onvoorzienbaar gedrag van deze partner.

Een belangrijk aspect hier is dat – zo lang de echtscheiding niet werd uitgesproken – schuldeisers van één der echtgenoten ook de andere kunnen aanspreken tot betaling van de schulden, en dit in het kader van de wederzijdse bijstandsverplichtingen die uit het huwelijk voortspruiten. 

 

1. Enige beschermende maatregelen buiten echtscheidingsprocedure

1.1. Gelden en rekeningen bij banken en in kluizen

Vaak hebben de echtgenoten een volmacht op de rekening van de partner.  Het is aangewezen deze op te zeggen bij uw bank, om latere problemen te vermijden.  Een eenvoudig bezoek bij uw bank is in principe voldoende. 

Eventuele gemeenschappelijke kluizen met eigen goederen (juwelen, cash geld, ..) kunnen verzegeld worden, op eenzijdig verzoek bij de Vrederechter.  Eenzelfde verzoek kan ingediend worden tot blokkering van gezamenlijke rekeningen.  Zulk een procedure bij de Vrederechter zorgt voor een snelle verzegeling / blokkering.  Ontzegeling is later slechts mogelijk in aanwezigheid van een notaris die een boedelbeschrijving opmaakt.

 

1.2 Inventarisatie

De echtgenoten kunnen hetzij samen, hetzij eenzijdig een notaris consulteren met het verzoek tot inventarisatie.  Deze zal beide echtgenoten oproepen om op een bepaalde dag en tijdstip aanwezig te zijn.  De notaris gaat na welke goederen in onverdeeldheid of in huwgemeenschap zijn en gaat over tot een nauwkeurige beschrijving.  Dit gebeurt in principe ter plaatse, indien de echtgenoten reeds afzonderlijk verblijven vindt de inventarisatie dus in beide woonsten plaats. 

Er wordt overeengekomen en geacteerd welke echtgenoot welke goederen voorlopig bewaart, alsook welke de “lasten van de boedel” zijn, en dit op verklaring van de echtgenoten.  Wie leugenachtige verklaringen aflegt naar aanleiding van deze inventarisatie, kan zowel burgerrechtelijk als strafrechtelijk worden gesanctioneerd!

 

1.3 Dringende en voorlopige maatregelen bij de Vrederechter

Wanneer er echtelijke moeilijkheden zijn kan men een beroep doen op de Vrederechter. De tussenkomst van de Vrederechter is tijdelijk en deze kan een aantal voorlopige maatregelen bevelen zoals afzonderlijke woonst, maatregelen met betrekking tot de kinderen, wie welke goederen tijdelijk mag gebruiken, alimentatie tussen echtgenoten onderling en dergelijke.

Een tussenkomst van de Vrederechter is vooral nuttig in geval de echtgenoten ( of diegenen die het vraagt ) nog niet zeker zijn of ze wel een echtscheiding willen en een periode wensen om tot rust te komen en na te denken. 

 

2.   De gronden en procedures tot echtscheiding

Door de nieuwe echtscheidingswet bestaat er nog maar één mogelijke procedure om uit de echt te scheiden, als een echtscheiding met onderlinge toestemming niet tot de mogelijkheden behoort, namelijk de echtscheiding op grond van onherstelbare ontwrichting.

In het algemeen kan gesteld worden dat de echtscheiding tussen echtgenoten (relatief) sneller zal kunnen uitgesproken worden nu het de doelstelling van de wetgever was de schuldloze echtscheiding in te voeren. 

Ofwel voert men een Echtscheiding door Onderlinge Toestemming (EOT) ofwel voert men een procedure tot Echtscheiding op grond van Onherstelbare Ontwrichting (EOO). 

Het criterium van de “fout” speelt dus niet langer een actieve rol . De echtscheiding wordt niet langer tegen één der echtgenoten uitgesproken. Enkel in het kader van de uitkering tussen echtgenoten speelt dit foutbegrip nog een rol: wie een ernstige fout heeft begaan kan geen aanspraak maken op een uitkering na echtscheiding door de ex-echtgenoot.

 

2.1 De Echtscheiding door Onderlinge Toestemming

Beide echtgenoten dienen een volledig akkoord te bereiken rond de kinderen, de goederen, de gezinswoning, de schulden ed. vooraleer ze de echtscheiding kunnen inleiden.  Deze overeenkomst dient opgesteld te worden bij notariële akte (dus met tussenkomst van een notaris).

In sommige gevallen volstaat een onderhandse overeenkomst.

De procedure om uit de echt te scheiden wordt ingeleid via een verzoekschrift, de onderlinge overeenkomst zoals hierboven beschreven wordt hierbij gevoegd.

Nadat het verzoekschrift tot EOT is ingediend bij de bevoegde rechtbank zullen de partijen in principe twee maal moeten verschijnen. 

Deze tweede verschijning is evenwel niet altijd meer vereist: indien kan aangetoond worden dat partijen reeds 6 maanden vóór het indienen van het verzoekschrift een andere woonplaats hadden, worden zij van deze verschijning vrijgesteld.

In de loop van de procedure kan het zijn dat de echtgenoten niet meer akkoord zijn met de getroffen regeling, of dat één der partijen niet verschijnt (of zich niet laat vertegenwoordigen) op de tweede zitting.  Een omschakeling naar de procedure van EOO (infra) is dan mogelijk.  De initiële overeenkomst zal dan voorlopig gehandhaafd worden, totdat de echtscheidingsrechter zich definitief uitspreekt, of totdat de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg zetelend in kort geding andere maatregelen uitspreekt die gelden tot het einde van de procedure.

 

2.2. De Echtscheiding op grond van Onherstelbare Ontwrichting

2.2.1. De onherstelbare ontwrichting waarvan het bewijs met alle wettelijke middelen wordt geleverd

Hier zal één van de echtgenoten de andere dagvaarden in echtscheiding wegens feiten die de onherstelbare ontwrichting van het huwelijk aantonen.  Deze feiten kunnen op verschillende manieren worden aangetoond, de rechter is vrij in zijn beoordeling ervan.  Een voorbeeld is de vaststelling van overspel door een gerechtsdeurwaarder. Dit feit zal de onherstelbare ontwrichting aantonen maar is wat betreft de echtscheiding zelf niet gekoppeld aan de schuld.  

Indien het bewijs van de onherstelbare ontwrichting werd geleverd kan de rechter onmiddellijk op de inleidende zitting de echtscheiding uitspreken.

2.2.2.   De feitelijke scheiding

Hier zal de onherstelbare ontwrichting blijken uit de feitelijke scheiding.

Gaat de vordering uit van de echtgenoten gezamenlijk dan volstaat een feitelijke scheiding van zes maanden bij de verschijning voor de rechter. Desgevallend stelt de rechter de zaak uit naar een nieuwe zitting op een datum onmiddellijk na het verstrijken van de zes maanden feitelijke scheiding.

Gaat de vordering uit van één echtgenoot en de andere is niet akkoord dan is een termijn van één jaar feitelijke scheiding vereist opdat de rechter de echtscheiding kan uitspreken.

Ook hier zal de rechter de zaak desgevallend uitstellen naar een nieuwe zitting onmiddellijk na het verstrijken van de periode van één jaar.

Is de andere echtgenoot akkoord met de echtscheiding dan volstaat een periode van zes maanden.

2.2.3.  Het herhaalde verzoek na een reflectieperiode

In deze hypothese is er een herhaald verzoek tot echtscheiding.

Gaat de vordering uit van beide echtgenoten gezamenlijk dan stelt de rechter bij de eerste verschijning een nieuwe zitting vast drie maanden na de eerste verschijning. Op die zitting spreekt hij de echtscheiding uit als beide partijen hun wil daartoe bevestigen.

Gaat de vordering uit van één echtgenoot en de andere is akkoord zie voorgaande hypothese. Gaat de andere echtgenoot niet akkoord stelt de rechter bij de eerste verschijning een nieuwe zitting vast een jaar na de eerste verschijning, tenzij de echtgenoten al eerder een jaar feitelijk gescheiden leven en dit kunnen bewijzen.

3.  Dringende en voorlopige maatregelennbsp

In het kader van de echtscheidingsprocedure kan er vraag zijn naar voorlopige maatregelen. Deze kunnen gevorderd worden voor de echtscheidingsrechter die ze kan homologeren mits akkoord. Bij betwisting is de Voorzitter van de Rechtbank van Eerste Aanleg zetelende in kort geding bevoegd om voorlopige maatregelen uit te spreken.

Hierbij een niet-limitatieve opsomming van de belangrijkste maatregelen :

  • De rechter zal de samenwoningsplicht van de echtgenoten tijdelijk opschorten.  Er zal bepaald worden wie in de gezinswoning blijft en wie een andere woonst zoekt.
  • Inzake de goederen afhangende van de huwgemeenschap en/of onverdeeldheid kan een inventarisatie gevraagd worden , alsook een verbod opgelegd worden om de goederen op welke wijze dan ook te vervreemden, beschadigen, in pand te geven, ..  Een miskenning van dit verbod wordt strafrechtelijk beteugeld. Er wordt ook bepaald wie voorlopig het gebruik en genot heeft van bepaalde goederen.
  • Er kan een tijdelijke regeling voorzien worden betreffende eventuele leningen en/of schulden. Deze regeling is echter niet tegenstelbaar aan derden -schuldeisers (het huwelijk wordt immers niet ontbonden en de bijdrageplicht blijft bestaan!), en geldt enkel tussen de echtgenoten.
  • De ene echtgenoot kan veroordeeld worden tot betaling van een persoonlijk onderhoudsgeld aan de andere echtgenoot.
  • Met betrekking tot de gezamenlijke kinderen worden maatregelen bepaald.  De rechter oordeelt over de uitoefening van het ouderlijk gezag, de onderhoudsgelden voor de kinderen, de inschrijving in de bevolkingsregisters en de verblijfsregeling. 

 

4. Alimentatie tussen echtgenoten na echtscheiding

In het nieuwe echtscheidingsrecht wordt de toekenning van een aanspraak op een uitkering tot levensonderhoud na echtscheiding losgekoppeld van de schuldvraag.

Echtgenoten kunnen ofwel onderling afspraken hieromtrent regelen, ofwel kan één partij naar de rechter stappen met het verzoek tot betaling van alimentatie door de gewezen partner.

Als uitgangspunt geldt dat de ex-echtgenoot die behoeftig is ten laste van de andere ex-echtgenoot een onderhoudsuitkering na echtscheiding kan vorderen.

Evenwel heeft het foutbegrip hier nog wel belang: indien de echtgenoot van wie een alimentatie wordt gevorderd kan aantonen dat door een zware fout van de andere partij het onmogelijk is geworden om verder samen te leven en het huwelijk in stand te houden, zal deze laatste partij ook geen aanspraak kunnen maken op enige uitkering van de gewezen partner.

De onderhoudsuitkering na echtscheiding wordt beperkt in de tijd en kan maximaal toegekend worden voor de duur van het huwelijk.

 


Copyright © 2009 Mattijs Voet & Co Overname zonder schriftelijke toestemming is verboden.
Disclaimer Deze gratis nieuwsbrief is bedoeld als bron van informatie. De nieuwsbrief beoogt op geen enkele wijze de volledigheid en kan niet worden gelezen of gebruikt als advies. Hoewel de auteurs de grootste zorg besteden aan hun teksten, kan op geen enkele wijze enige aansprakelijkheid voortvloeien uit de inhoud van de nieuwsbrief.

<< terug naar overzicht

Hebt u een advocaat nodig?
Hoe gaat het in z'n werk?
Wat mag u verwachten?

Klik hier

KMO-Portefeuille

Nieuwsbrief

Wil je op de hoogte blijven?

  • voorwaarden
 

Vestigingen

Kantoor Lier
Donk 54 - 2500 Lier

 info@advocatenkantoor-mattijs.be
 +32 (0) 3 488 46 66
 +32 (0) 3 488 43 79

 

Kantoor Mechelen
Blarenberglaan 4/302 - 2800 Mechelen

Industriepark Mechelen Noord (Zone C - geel)
 infomechelen@advocatenkantoor-mattijs.be
 +32 (0) 15 55 29 45
 +32 (0) 15 55 42 91

 

Kantoor Antwerpen
Groenstraat 66 – 2140 Antwerpen

 infoantwerpen@advocatenkantoor-mattijs.be
 +32 (0) 3 331 31 13 
 +32 (0) 3 488 43 79

 

CVBA MVRV
BTW : BE 0880.785.734
Rek.nr.: BE34 6301 1812 0090
Derdenrkn : BE96 6301 1504 6305
BIC BBRUBEBB